Op 2 juli is een nieuwe, gedeeltelijk herziende richtlijn gepubliceerd over sedatie, analgesie en niet-farmacologische interventies bij kinderen, als vervanging van de vorige versie uit 2012. Deze herziening is tot stand gekomen door een brede vertegenwoordiging van experts uit het werkveld, die door middel van een grondige literatuuranalyse de relevante modules opnieuw hebben geëvalueerd.
De nieuwe richtlijn brengt enkele belangrijke wijzigingen met zich mee ten opzichte van de vorige versie. Een van de meest opvallende vernieuwingen betreft de aanbevelingen rond nuchterheid. Waar eerder een strikter beleid gold, wordt nu een liberaler beleid voorgesteld, wat beter aansluit bij de huidige inzichten.
Ook zijn er nieuwe hoofdstukken toegevoegd over relatief nieuwe farmacologische methoden, zoals de combinatie van lachgas met intranasale fentanyl, de alfa-2-agonisten (clonidine en dexmedetomidine), en de toepassing van gebufferde lidocaïne en LAT-gel (Lidocaine-Adrenaline-Tetracaine). Deze methoden worden steeds vaker gebruikt binnen de context van procedurele sedatie en analgesie (PSA) in Nederland.
Een andere belangrijke verandering is de nadruk op het integreren van PSA binnen een totaalzorgbeleid dat zich richt op het comfort van het kind tijdens medische procedures. De richtlijn benadrukt dat PSA niet alleen bedoeld is voor farmacologisch management, maar dat er ook aandacht moet zijn voor het vermijden van medisch trauma en het behouden van vertrouwen van zowel kind als ouders. Zorgprofessionals dienen daarom niet alleen bekwaam te zijn in farmacologie, maar ook in het waarborgen van het emotionele en psychische welzijn van kinderen en hun ouders. Hier wordt ook gerefereerd naar ISUPPORT waarin de rechten van het kind ook in de medische context zijn beschreven.
Daarnaast stelt de richtlijn dat alle zorgprocessen rondom medische procedures bij kinderen moeten worden ingericht op maximaal comfort. Angst, pijn en dwang moeten zoveel mogelijk worden vermeden, en de aanwezigheid van zorgprofessionals met expertise in procedurele comfortzorg is daarbij essentieel.
Deze herziening is een stap vooruit in de optimalisatie van kindvriendelijke zorg, met als doel het bieden van meer comfort, veiligheid en vertrouwen aan zowel kinderen als ouders.